Appelgalettes met amandelen

Dit zijn kleine appelgebakjes die er ook na een uitgebreid diner altijd nog wel in gaan. Rutger maakt het bladerdeeg zelf, ik heb gewoon plakjes diepvriesbladerdeeg gebruikt. Ze zijn het lekkerst als ze nog een beetje warm zijn, eventueel met poedersuiker of slagroom. Dit recept is voor 10 stuks.

Benodigdheden

  • Bakplaat met bakpapier
  • Beslagkom en mixer
  • Steelpannetje
  • Kleine koekenpan
  • Kwastje

Ingrediënten

  • Vijf plakjes bladerdeeg (diepvries)
  • 50 gram boter, op kamertemperatuur
  • 55 gram witte basterdsuiker
  • Snufje zout
  • Rasp van een halve citroen
  • 1 ei
  • 55 gram amandelmeel
  • 15 gram bloem
  • 2 à 3 appels
  • Sap van een halve citroen
  • 1 el suiker
  • 1 tl kaneel
  • 20 gram amandelschaafsel
  • 4 el abrikozenjam

Bereiden

Verwarm de oven voor op 200 graden. Laat het bladerdeeg ontdooien en snijd elk plekje in tweeën. Leg ze op de met bakpapier beklede bakplaat. Prik er met een vork gaatjes in. Doe de boter met de basterdsuiker, zout en citroenrasp in een kom en mix kort door tot het romig is. Voeg het ei toe en mix tot een gladde massa. Voeg als laatste het amandelmeel en de bloem toe en mix dit kort. Verdeel het mengsel over de bladerdeegplakjes. Hou aan de randen ongeveer een cm vrij.

Was de appels en droog ze af. Snijd ze in dunne partjes en meng ze met het citroensap. Leg de appel dakpansgewijs op de deegplakjes. Meng de suiker met de kaneel en strooi dit over de appelpartjes. Bak de galettes in 30 tot 35 minuten goudbruin en krokant. Laat ze afkoelen. Rooster ondertussen het amandelschaafsel goudbruin in een droge koekenpan (of in de oven). Verwarm de abrikozenjam in een steelpannetje en bestrijk de appelgalettes hiermee. Strooi het geroosterde amandelschaafsel erover. Eet smakkie!

Geef je reactie